Op de website van ons erelid Drs. Erwin Nypels www.nypels.nl lazen wij het volgende artikel:

Terugkeer naar maximering aantal bestuurszetels voor gepensioneerden

Vorige week heeft in de Tweede Kamer de plenaire behandeling plaats gehad van het wetsvoorstel Versterking bestuur pensioenfondsen (het zgn. structuurvoorstel). In dit kabinetsvoorstel is tevens de initiatiefwet Koser Kaya / Blok (KKB) over het recht op bestuursdeelname voor gepensioneerden grotendeels opgenomen. Op 28 mei 2013 heeft de Kamer gestemd over de ingediende amendementen en het wetsvoorstel.

Volgens dit structuurvoorstel kunnen de pensioenfondsen gaan kiezen uit vijf bestuursmodellen. De twee belangrijkste zijn:
Handhaven van het bestaande paritaire model waarin werkgevers, werknemers en gepensioneerden in de besturen zijn vertegenwoordigd en waarbij de huidige deelnemersraad en het huidige verantwoordingorgaan worden samengevoegd in een deelnemers- en pensioengerechtigdenraad (DPR). Deze raad zal bevoegdheden verkrijgen vergelijkbaar met die van het verantwoordingsorgaan. De bevoegdheid van de deelnemersraad om vooraf te adviseren over het pensioenbeleid vervalt dan.
In het tweede model wordt het bestaande bestuur vervangen door een bestuur van onafhankelijke professionals. Daarbij wordt een belanghebbendenorgaan ingesteld waarin de werkgevers, werknemers en gepensioneerden zijn vertegenwoordigd. Dit orgaan krijgt een aantal advies- en goedkeuringsrechten. Verschillende aspecten van het pensioenbeleid vallen dan onder het goedkeuringsrecht.

Het structuurvoorstel van het kabinet bevat twee belangrijke nadelige verschillen met KKB: In afwijking van de initiatiefwet heeft dit voorstel enkele bepalingen om het aantal bestuurszetels voor de gepensioneerden te maximeren. (KKB had juist een soortgelijke maximering van het aantal zetels voor gepensioneerden in de wetgeving afgeschaft.) En in de initiatiefwet kennen de deelnemersraad en een minderheid van die raad een beroepsrecht. In het structuurvoorstel vervalt voor de opvolger van de deelnemersraad, de DPR, een soortgelijk beroepsrecht. Vorige week zijn twee amendementen ingediend om de beide verschillen met KKB ongedaan te maken, één van de fractie van D66 (om de maximering van bestuurszetels voor gepensioneerden te schrappen) en één van de fracties van D66 en PVV (om aan de DPR of een minderheid van die raad een beroepsrecht toe te kennen). In het laatste amendement zou de DPR tevens, zoals de deelnemersraad thans, ook adviesrechten verkrijgen over het pensioenbeleid. Beide amendementen zijn evenwel verworpen. Wel aangenomen werd een CDA-amendement dat aan de DPR adviesrechten en een beroepsrecht toekent in gevallen van liquidatie en overdracht van zeggenschap van het pensioenfonds.

Voorts zijn nog enkele andere belangrijke amendementen aangenomen:
Een D66/VVD-amendement waardoor de DPR via directe verkiezingen moet worden samengesteld als dit wordt verzocht door 1%, of ten minste 500, van de betrokken deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden; dit houdt in dat ook ongeorganiseerden in de DPR vertegenwoordigd kunnen; hierdoor wordt tevens de diversiteit bevorderd;
Een PvdA/VVD-amendement volgens welke de werkgever(s) tot de DPR kunnen toetreden indien zij of de werknemers en gepensioneerden dit wensen; in verband hiermee zal de naam van de DPR worden omgedoopt in “verantwoordingsorgaan”;
Een VVD/PvdA/D66-amendement waardoor het belanghebbendenorgaan bij een door professionals bestuurd pensioenfonds, het goedkeuringsrecht verkrijgt in gevallen van liquidatie en overdracht van zeggenschap van het fonds.

Uiteindelijk is het wetsvoorstel Versterking bestuur pensioenfondsen aangenomen. Tegen stemden de fracties van PVV, SP, D66, 50PLUS en PvdDieren. De fracties van D66 en 50PLUS verklaarden dat zij ondanks de goede en noodzakelijke onderdelen van het structuurvoorstel tegen stemden. Zij constateerden dat door de initiatiefwet Koser Kaya / Blok de gepensioneerden eindelijk rechten op vertegenwoordiging in de besturen van pensioenfondsen krijgen. Maar deze door Tweede en Eerste Kamer aangenomen initiatiefwet is niet volledig in het kabinetsvoorstel overgenomen. Dat woog voor beide fracties zwaar. Het wetsvoorstel wordt nu naar de Eerste Kamer gestuurd. Het streven blijft daarbij de voorgestelde wet (voor een groot deel) op 1 juli 2013 te kunnen laten ingaan. De staatssecretaris voor Sociale Zaken bevestigde dat als dat niet mocht lukken dan op die datum KKB alsnog inwerking zal treden.

Naschrift redactie Pensioenbelangen
Gezien de stemverhoudingen in de Eerste Kamer (VVD 16, PvdA 14, CDA 11, CU 2, SGP 1 – die partijen stemden voor in de Tweede Kamer) kan het wetsvoorstel in de Senaat vermoedelijk rekenen op een ruime meerderheid van 44 tegen 31 stemmen. In de Eerste Kamer stemmen vermoedelijk tegen PVV 10, SP 8, D66 5, GL 5, PvdD 1, OSF 1 en 50plus 1.

Het is eigenlijk alleen nog maar de vraag of het Kabinet er in slaagt om het wetsvoorstel voor 1 juli door de Eerste Kamer aanvaard te krijgen. Als dat niet lukt, krijgt alsnog, dat zegde Staatssecretaris Jetta Klijnsma de Tweede Kamer expliciet toe, de door beide Kamers aangenomen initiatiefwet KKB, kracht van wet.

Als dat laatste niet gebeurt, blijkt dat er niet alleen op schandalige wijze wordt omgesprongen met de rechten van gepensioneerden, maar dat ook onze parlementaire democratie door het Kabinet Rutte II ernstig wordt geschaad. In dat kabinet zit ook Stef Blok als minister voor Wonen en Rijksdienst. Samen met Fatma Koser Kaja heeft Blok hun beider initiatiefwetsvoorstel door beide Kamers geloodst. Het is een zeer betreurenswaardig novum als zijn partij de VVD nu weet te bewerkstelligen dat de Wet KKB op het laatste moment wordt getorpedeerd.

Dit gaat verder dan het jarenlange ‘gepensioneerden pesten’ – Rutte II legt daarmee de bijl aan de wortels van de democratie. Een gevaarlijk precedent dat tevens het toch al tanende vertrouwen in de politiek nog verder doet verminderen.