oude jonge 1

De Nederlandse overheid heeft een uitermate slechte staat van dienst als het gaat om het uitvoeren van wetgeving die in Den Haag is bedacht en ingevoerd. Op 25 februari 2021 bracht de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties (TCU) haar rapport uit aan de Tweede Kamer met als belangrijkste conclusies de volgende twee punten, die eigenlijk gigantische open deuren zouden moeten zijn:

  1. Praat met en luister naar de burger en Uitvoeringsorganisaties.
  2. Schenk meer aandacht aan de uitvoerbaarheid van beleid.

Maar nog steeds, ondanks allerlei holle frasen over bestuurlijke vernieuwing, wil de overheid nog steeds niet luisteren naar de burger en het eigen ambtelijke apparaat. Zo zijn twee zeer zwaarwegende adviezen m.b.t. de nieuwe pensioenwet (Wet Toekomst Penisoenen of WTP) meteen verdwenen in de diepste bureaulades bij de bestuurders. Dit zijn:

1.
Rapport van 12 februari 2021 van het Adviescollege Toetsing en Regeldruk (ATR), een adviesorgaan van de overheid wat zich heel specifiek bezighoudt met de uitvoerbaarheid van wetgeving, met een advies over het Wetsvoorstel Toekomst Pensioenen. De commissie adviseert expliciet het Wetsvoorstel in deze vorm niet in te voeren, maar aan te passen op de volgende punten:

  • Het wetsvoorstel maakt onvoldoende duidelijk waarom deze grote stelselwijziging nodig is.
  • De doelen begrijpelijkheid, uitlegbaarheid en transparantie van het nieuwe stelsel zijn onvoldoende gerealiseerd.
  • Toets de uitvoerbaarheid en de werkbaarheid bij de pensioenuitvoerders.
  • Maak duidelijk hoe zal worden omgegaan met de onvermijdelijke tegenvallers voor burgers.

2.
Rapport van 28 oktober 2021 van de Raad voor de Rechtspraak, onderdeel van de rechterlijke macht maar bedoeld als adviesorgaan voor de overheid namens de rechtspraak in Nederland, met een advies over het Wetsvoorstel Toekomst Pensioenen. Ook zij adviseren het wetsvoorstel in deze vorm niet in te voeren omdat:

  • Zestien hoofdstukken worden besteed aan verschillende inhoudelijke aspecten van het wetsvoorstel maar niets wordt gezegd over rechtsbescherming, dit terwijl de wet ingrijpende financiĆ«le gevolgen zal hebben voor de deelnemers.
  • Bij financieel nadeel adequate rechtsbescherming nodig zal zijn en toegang tot de rechter gewaarborgd moet zijn, dit terwijl er geen mechanismen ingebouwd zijn in de wet om bezwaren te behandelen en te boordelen met als resultaat: aanzienlijke belasting van de civiele rechtspraak en mogelijk zelfs ontregeling hiervan.
  • De Raad zich, indachtig de Toeslagenaffaire, afvraagt of de wetgever bij een majeure stelselherziening als deze niet ook eisen zou moeten stellen aan en randvoorwaarden zou moeten formuleren voor de uitvoering.

Voorbeelden uit het verleden van mislukte wetgeving zijn er legio met als absoluut dieptepunt natuurlijk de uitvoering van de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen (de Toeslagenwet) door de Belastingdienst met de Toeslagenaffaire tot gevolg. Verder mogen worden genoemd:

  • De mislukte overheveling van de Jeugdzorg naar de gemeenten.
  • De mislukte Participatiewet waarmee eigen het tegendeel werd bereikt: sluiting van sociale werkplaatsen en minder arbeidsparticipatie van mensen met een beperking.
  • Toezicht en handhaving op allerlei omgevings- en milieuwetgeving getuige de stikstofcrisis, Tata Steel die ongehinderd de meest giftige stoffen in de omgeving kan lozen, ongebreideld gebruik van pesticiden en de ongehinderde uitstoot van fijnstof door de industrie.
  • De nieuwe Omgevingswet die al voor invoering een totale mislukking is.
  • Mislukken van diverse grote ICT projecten van de overheid. Dit is mede de oorzaak van allerlei uitvoeringsproblemen bij de Belastingdienst, UWV en de SVB omdat deze organisaties noodgedwongen moeten werken met sterk verouderde systemen die niet met elkaar communiceren en slecht zijn te beveiligen.