oude jonge 1

Mogelijkheden voor zelfstandigen om fiscaalvriendelijk pensioen op te bouwen, zowel via pensioenfondsen als via individuele verzekeringsproducten. Zelfstandigen krijgen hierbij de mogelijkheid tussentijds een deel van hun pensioen op te nemen voor scholing. Ons pensioenstelsel heeft tot doel iedereen die met pensioen is, of in de toekomst gaat, een goede oude dag te bezorgen. Gelukkig worden we gemiddeld genomen ouder. Met een stijgende levensverwachting, stijgt ook de pensioenleeftijd. De afgelopen jaren is de snelheid waarmee de pensioenleeftijd stijgt vertraagd. Ook is gewerkt aan de modernisering van het aanvullend pensioen. Daarbij is het belangrijk dat mensen zich niet druk meer hoeven te maken over dekkingsgraden, rekenrente en andere technische begrippen. Er is behoefte aan een begrijpelijk pensioenstelsel, waarin iedereen kan zien hoeveel er voor hem of haar is ingelegd en hoeveel beleggingswinst daarop gemaakt is. We voorkomen pensioenkortingen zoveel mogelijk. Werkenden krijgen meer invloed op hoeveel ze sparen en voor ondernemers en ZZP-ers maken we het aantrekkelijker om pensioen op te bouwen. De komende jaren zetten we in op:

  • Meer flexibiliteit voor mensen die langer willen doorwerken. We maken het mogelijk om de AOW-uitkering vrijwillig later te laten beginnen in ruil voor een hogere maandelijkse uitkering. Dit heeft geen gevolgen voor het nabestaandenpensioen.
  • Een transparant en begrijpelijk pensioenstelsel. Alle deelnemers krijgen eenvoudig inzicht in hoeveel pensioenpremie er voor hen is ingelegd, hoe dat rendeert en een indicatie van hoeveel pensioen daarmee is opgebouwd. Daarbij verdwijnt de zogenaamde doorsneepremie die ervoor zorgt dat sommige deelnemers teveel betalen en andere te weinig.
  • Een eerlijke overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Pensioenfondsen en verzekeraars maken aan hun deelnemers duidelijk hoe hun rechten uit het oude systeem overgaan naar het nieuwe systeem. Voor mensen die erop achteruitgaan is hierbij duidelijk hoe zij compensatie krijgen.
  • Ook willen we dat pensioenfondsen meer inzicht geven in hun kosten en de gevolgen daarvan voor de pensioenen van hun deelnemers.
  • Pensioen dat meebeweegt met de rest van de economie. Pensioenfondsen kunnen de pensioenen sneller indexeren zodra het beter gaat. Daar staat wel tegenover dat pensioen bij tegenvallende beleggingsresultaten sneller omlaag gaat.
  • Maatwerk met beleggen voor verschillende leeftijden. We zorgen ervoor dat alle generaties een zo goed mogelijk pensioen krijgen. Voor jongeren mogen pensioenfondsen meer risico nemen in hun beleggingsbeleid, omdat dit op termijn het meeste rendement oplevert. Senioren krijgen juist meer zekerheid op een waardevast pensioen.
  • Ruimere wettelijke mogelijkheden voor automatische waardeoverdracht tussen pensioenpotjes, zodat mensen die meerdere banen hebben gehad toch een eenduidig pensioen opbouwen.
  • Keuzevrijheid bij het sparen voor pensioen. We maken het mogelijk om maximaal vijf jaar de pensioenpremie stop te zetten. Daardoor is meer inkomen beschikbaar op het moment dat iemand het hard nodig heeft. De inleg bepaalt wel het pensioen, zodat er dan wel een lager pensioen tegenover staat. Bestaande mogelijkheden om extra in te leggen worden beter onder de aandacht gebracht om het gebruik te bevorderen. De fiscale kaders uit het pensioenakkoord (inclusief het Witteveenkader) worden hierdoor niet aangepast.
  • Meer ruimte om over het eigen pensioengeld te beschikken. We maken het mogelijk om tien procent van het pensioen in één keer op te nemen, bijvoorbeeld om hypotheekschulden af te lossen en zo de woonlasten te verlagen. In combinatie daarmee is het mogelijk voor een pensioenuitkering te kiezen die de eerste jaren hoger is en daarna daalt. In een meer liberaal stelsel krijgen mensen de keuze waar zij hun pensioen onderbrengen. Deze keuzevrijheid gaat niet ten koste van het pensioen van andere deelnemers.
  • Afschaffen van het verplichte leeftijdsontslag in CAO’s. Werkgever en werknemer stellen in overleg de pensioenleeftijd vast. Senioren die deel willen blijven nemen aan het arbeidsproces en daartoe ook in staat zijn, verdienen daarvoor de ruimte in samenspraak met hun werkgever. Beiden behouden de mogelijkheid om het contract op de AOW-leeftijd op te zeggen. De verplichte maximale pensioenleeftijd voor rechters, hoogleraren en burgemeesters gaat naar 75 jaar en stijgt verder mee met de AOW-leeftijd.
  • Meer ruimte voor ZZP-ers om vrijwillig deel te nemen aan een pensioenfonds. We schaffen de maximale termijn voor oud-werknemers om hun pensioenopbouw door te laten lopen af.
  • Een wettelijke definitie van ‘partner’ bij pensioenen, zodat ook iedereen met een samenlevingscontract standaard verzekerd is voor partner- en nabestaandenpensioen. Pensioenfondsen houden de mogelijkheid om meer te doen dan het wettelijk minimum.