oude jonge 1

Omdat het vervroegd uittreden van oudere werknemers zich niet verhoudt tot het bevorderen van de arbeidsdeelname van oudere werknemers, is het gewenst het gebruik van VUT-uitkeringen te ontmoedigen en de overgang naar prepensioenregelingen te bevorderen. In samenhang daarmee wordt nagegaan welke maatregelen, waaronder financiƫle, het voor ouderen aantrekkelijker maken om langer te blijven werken.
Het kabinet en de sociale partners hebben in het najaar van 1997 in een convenant afspraken gemaakt over modernisering en kostenbeheersing van aanvullende pensioenvoorzieningen. Uiterlijk 1 maart 2001 zal een evaluatie van de naleving van deze afspraken zijn afgerond. Dan zal beoordeeld worden of de gerealiseerde effecten alsnog aanleiding geven tot wettelijke maatregelen, waarvan het kabinet in het licht van het convenant heeft afgezien.
Bij het behoedzame scenario van economische groei, zal conform het bepaalde in de WKA, de koppeling van de uitkeringen en de AOW-pensioenen aan de gemiddelde contractloonontwikkeling worden toegepast.
Het systeem van de omkeerregel voor pensioenen blijft bestaan. Een oudedagsparaplu wordt conform de Verkenning ingevoerd. Deze dient in overeenstemming te zijn met het wetsvoorstel 'Witteveen' en het pensioenconvenant. Bij de uitwerking van de oudedagsparaplu staan uitvoerbaarheid en controleerbaarheid centraal.

Vergelijking Regeerakkoord met Verkiezingsprogramma's

Alleen het verkiezingsprogramma van D66 doet zeer uitgebreide voorstellen betreffende aanpassingen van het bestaande pensioenstelsel aan de actualiteit (toegang flexwerkers en uitzendkrachten aan het stelsel). Ook wordt individualisering van het stelsel bepleit mede om wisseling van werkgever en daarmee pensioenfonds op te lossen. Ook wordt meer zeggenschap van deelnemers in het fonds bepleit: adviserende deelnemersraden.
De PvdA besteedt aandacht aan eerder stoppen met werken door individueel geld opzij te leggen en vraagt hierbij aandacht voor laagstbetaalden.
De VVD pleit voor individualisering van het stelsel om flexibilisering van de arbeidsmarkt te volgen.
In het regeerakkoord is hiervan echter niets terug te vinden en verschuilt men zich achter een convenant dat in de Stichting van de Arbeid over pensioenen is opgesteld.