oude jonge 1

Werken aan vertrouwen, een kwestie van aanpakken

Om werknemers meer mogelijkheden te geven om te variëren in de combinatie van werk en andere activiteiten wordt een levensloopregeling geïntroduceerd. Binnen het zogenoemde Witteveenkader kan zo een omslag van pensioensparen naar sparen gericht op langer, productiever en een gezonder arbeidzaam leven worden gestimuleerd. De introductie van een levensloopfaciliteit kan zowel aan de (blijvende) inzetbaarheid van vrouwen als van die van ouderen in het arbeidsproces een belangrijke bijdrage leveren, evenals aan een verhoging van de arbeidsproductiviteitsontwikkeling. Bovendien zou aan werknemers meer ruimte gegeven kunnen worden om zelf te bepalen of zij, al of niet in deeltijd, willen doorwerken na hun 65ste.
De economische en budgettaire situatie van Nederland is dramatisch slechter geworden. Alle seinen staan op rood. De werkloosheid zal zonder maatregelen in 2007 zijn verdubbeld ten opzichte van 2001 tot vijfhonderdduizend personen. Er zijn maandelijks honderden faillissementen. De premielast van de toekomstige pensioenen dreigt onbetaalbaar te worden. De overheidsfinanciën komen in de Europese gevarenzone. De kern van het probleem wordt gevormd door te hoge loonkosten en te weinig innovatief vermogen. Daardoor heeft Nederland in sterke mate te lijden van de wereldwijde conjuncturele neergang. En daardoor dreigt Nederland bij een toekomstig herstel van de wereldconjunctuur de boot te missen. Het in dit hoofdlijnenakkoord ingezette beleid leidt volgens de CPB doorrekening tot een matiging van de loonontwikkeling in de marktsector met 0,6%-punt. Het verschil in loonontwikkeling tussen de publieke en de marktsector wordt daarmee op voorhand verkleind. Daar staat tegenover dat de arbeidsvoorwaardenruimte voor de ambtenaren met gemiddeld ¾%-punt per jaar wordt belast door stijging van de werkgeverspremies voor de pensioenen. Deze stijging is hoger dan in de marktsector. Naar de mate waarin deze lasten worden beperkt door aanpassingen in de pensioenrechten kan de ruimte voor het contractloon voor de ambtenaren stijgen en in navolging daarvan ook de uitkeringen. Dit is zeer gewenst: de overheidswerkgevers zullen zich hier krachtig voor inzetten. Op werkgevers en werknemers in de marktsector wordt een dringend appèl gedaan om in CAO verband de contractlonen tot hetzelfde niveau als dat van de overheid te matigen. De sociale uitkeringen zullen alsdan tevens geheel in de pas lopen met de loonontwikkeling in de marktsector. Het kabinet roept de CAO partijen op om specifiek aandacht te besteden aan scholing en innovatie, aan leeftijdsbewust personeelsbeleid, aan de (jeugd)werkgelegenheid en aan de betaalbaarheid van de pensioenen op lange termijn. Het algemeen verbindend verklaren van CAO's wordt niet ter discussie gesteld, ervan uitgaande dat de sociale partners de verantwoordelijkheid nemen om in de Stichting van de Arbeid goede afspraken te maken en deze na te komen. Vanzelfsprekend wordt gestreefd naar een eerlijke verdeling van de lasten. Ter verzachting van de gevolgen van de loonmatiging voor kwetsbare groepen (65-plussers en gezinnen met kinderen en een laag inkomen) en ter stimulering van de werkgelegenheid worden fiscale verlichtingen doorgevoerd (ouderenkorting, kinderkorting, arbeidskorting en combikorting).

Vergelijking Regeerakkoord met Verkiezingsprogramma's

De levensloopregeling van het CDA is opgenomen. Maar ook CDA pleit zonder succes voor meer invloed van deelnemers op fondsbesturen. VVD heeft nauwelijks iets in haar programma over pensioenen en de LPF al helemaal niets.
Toch besteed het regeerakkoord zeer veel aandacht aan de pensioenen. Bijvoorbeeld door loonstijging mogelijk te maken door minder pensioenopbouw!
Nader onderzoek is nodig uit welke koker dit komt. Kennelijk is er een ‘onzichtbaar’ pensioencircuit dat grote invloed heeft op het regeerakkoord en dat zich onttrekt aan de openbaarheid van en aan openbaar debat binnen politieke partijen leidend tot verkiezingsprogramma’s.