Nu de kruitdampen rond de inkomensafhankelijke premie zijn opgetrokken en het oproer in de Telegraaf- en VVD-achterban tot bedaren lijkt gekomen, blijkt er naast de toekomstige werkloze één grote verliezer van het nieuwe akkoord te zijn en zoals de laatste jaren gebruikelijk is dat de gepensioneerde.

De koopkracht van de gepensioneerden met een jaarinkomen groter dan € 23.000 (AOW + Pensioen) gaan er alleen als gevolg van dit akkoord gemiddeld 1% per jaar in koopkracht op achteruit. Dit komt dus bovenop de verslechteringen van de afgelopen jaren, bovenop de terugloop in koopkracht omdat er opnieuw niet geïndexeerd gaat worden en bovenop de kortingen op ons pensioen die er aan zitten te komen. Er is geen enkele inkomenscategorie die maar bij benadering zoveel moet inleveren als de gepensioneerde.

Ook toekomstige gepensioneerden de pineut.

In de goede oude tijd toen het pensioen nog werd berekend over het eindsalaris was de pensioenopbouw 1,75% per jaar. Dat betekende dat als je veertig jaar pensioenpremie had betaald, je pensioen samen met de AOW 70% was van je eindloon. Een achttal jaren geleden werd dat eindloon ingewisseld voor het zogenaamde middelloon. Om de toekomstige gepensioneerden toch een redelijk pensioen te verschaffen werd de opbouw door veel pensioenfondsen verhoogd naar 2% of zelfs 2,25% van dat middelloon. In het nieuwe regeringsakkoord is afgesproken dat de premie-opbouw slechts tot 1,75% fiscaal aftrekbaar is. Dat zal betekenen dat toekomstige gepensioneerden veel minder pensioenrechten opbouwen dan in het verleden.

Zwaard van Damocles.

In ons nieuws van 19 oktober berichten wij over de desastreuze belasting voorstellen van de commissie Dijkhuizen. Ofschoon deze voorstellen in het huidige regeerakkoord nog niet worden ingevoerd, staat er wel een passage in, die kennelijk de geesten rijp moet maken.
Wij citeren:

“Er zijn weinig of geen landen waar de oudedagsvoorziening zo solide en sociaal geregeld is als in ons land. Wij richten ons beleid met betrekking tot de AOW en de aanvullende pensioenen er op deze voorzieningen ook voor de jonge generaties veilig te stellen. Dat houdt in dat wij de noodzakelijke maatregelen nemen om – nu het aantal ouderen snel groeit en de beroepsbevolking licht gaat krimpen- de betaalbaarheid oftewel de houdbaarheid van de AOW en de aanvullende pensioenen te kunnen garanderen.“

De ambtenaren van het ministerie van Financiën die de commissie Dijkhuizen van munitie hebben voorzien, hadden natuurlijk ook een grote vinger in de pap bij de teksten van het regeerakkoord. Als zij hun zin krijgen gaan de gepensioneerden bovenop alle reeds genomen maatregelen er de komende 18 jaren structureel elk jaar 1% op achteruit. Cumulatie van koopkrachtverlies door niet indexeren, aangekondigde kortingen, reeds afgesproken maatregelen in dit regeerakkoord en de voorstellen van de commissie Dijkhuizen zullen de “solide en sociale” oudedagsvoorziening tot een lachertje maken.

Het wordt tijd voor een opstand van de gepensioneerden en toekomstige gepensioneerden.

De afgelopen dagen komen er berichten naar buiten dat de twee grootste pensioenbeheerders van Nederland het APG (uitvoerder van het ABP en o.a. Cordares) en de PGGM onder bepaalde voorwaarden bereid zijn in de hypotheekmarkt te stappen. Alle alarmbellen beginnen dan te rinkelen en wij verwijzen voor de redenen van dat alarm naar ons bericht op 27 september met de titel “De werkgeverskongsi”. Naar aanleiding van een oproep van Bernard Wientjes voorzitter van VNO-NCW en voor het derde achtereenvolgende jaar door de Volkskrant uitgeroepen tot machtigste man van Nederland om de pensioenfondsen de hypotheken van de banken over te laten nemen, zodat de banken weer ruimte zouden hebben om het bedrijfsleven te financieren, betoogden wij dat pensioenfondsen er niet zijn om banken te redden of de regering een handje te helpen, maar dat hun wettelijke taak is de hen toevertrouwde gelden zo goed mogelijk te beheren ten behoeve van hun deelnemers. De oproep van Wientjes werd later ondersteund door Piet Moerland, voorzitter van de Raad van Bestuur van de Rabobank en door de voorzitter van “Bouwend Nederland” de heer Elco Brinkman, tevens voorzitter van de Raad van Commissarissen van het APG en commissaris bij Rabo Vastgoed.

Het gaat bij de banken om zo’n gigantisch bedrag van honderden miljarden, dat zelfs alle pensioenfondsen samen niet in staat zijn dat probleem op te lossen. Wij wachten daarom de verdere plannen af voordat wij ons definitief oordeel geven maar blijven in de tussentijd waakzaam. Als de plannen van de pensioenfondsen zich beperken tot het verstrekken van veilige hypotheken, binnen de bandbreedte die ze hebben voor de vastrentende waarden, is er niets aan de hand. Als echter die grenzen opgerekt gaan worden is het tijd voor een fel protest.

In eerdere berichten hebben wij onze bezorgdheid geuit over de plannen van APG en PGGM om te beleggen in Nederlandse hypotheken. Wij schreven in ons laatste bericht dat als deze beleggingen zouden gelden voor veilige hypotheken en binnen de bandbreedte van het huidige beleggingsbeleid voor vastrentende waarden, er niets aan de hand zou zijn. Welnu de voorzitter van het ABP Henk Brouwer heeft zowel in de Deelnemersraad van het ABP alsook bij andere gelegenheden verzekerd, dat als het ABP in hypotheken stapt, dit onder de genoemde voorwaarden zal gebeuren. Wat het ABP betreft zijn wij dus gerustgesteld, als ook andere pensioenfondsen soortgelijke verklaringen afgeven, is er geen vuiltje aan de lucht.

Nogmaals het AOW-gat

Wij schreven al eerder over de gevolgen van de AOW-leeftijd voor mensen die al met prepensioen zijn of gedwongen met functioneel leeftijdsontslag moeten. In de Telegraaf van enkele dagen geleden stond wel een heel schrijnend geval van een weduwe van 56 jaar wier echtgenoot ten gevolge van asbest is overleden. Omdat zij na 1950 is geboren heeft zij geen recht op ANW. Daarom had zij een nabestaandenverzekering bij een particuliere verzekeraar en krijgt zij nu een uitkering tot ze 65 jaar is. Tegen die tijd is de AOW-leeftijd verhoogd naar 67 jaar, wat betekent dat zij dan twee jaar lang geen AOW ontvangt en ook niet op een andere wijze wordt gecompenseerd. Dit zijn toch zaken waar de politiek niet om heen kan en die op de een of andere manier opgelost moeten worden.

Schitterende ergernis

Lees ook het weblog ‘Het onbenul van Pauw en Witteman‘.

De Volkskrant had geen betere kop kunnen bedenken voor hun artikel over twee pagina’s in de krant van 8 december over wat er met de pensioenen aan de hand is. Het is voor zover wij weten de eerste keer dat een krant een poging doet om een volledig en evenwichtig verhaal te vertellen. Natuurlijk zijn er wat kanttekeningen bij te plaatsen. Zo wordt de suggestie gewekt dat de huidige gepensioneerden geweldige pensioenen hebben, terwijl die in feite gemiddeld niet boven de € 750 per maand uitkomen. Met name de oudere gepensioneerden hebben tot hun 35e nog zegeltjes geplakt om als ze 65 waren het duizelingwekkende bedrag van ƒ 10,93 per maand meer te krijgen dan de Aow.

Maar de kanttekeningen die te maken zijn doen niet af aan onze waardering dat hier nu eens eindelijk een compleet verhaal wordt verteld over de oorzaken waardoor ons pensioenstelsel steeds verder wordt aangetast. De sluipmoord geeft een goed beeld, omdat mensen pas met die achteruitgang worden geconfronteerd op het moment dat ze pensioen gaan ontvangen. Velen denken nog steeds dat dit ongeveer 70% van hun eindloon zal zijn maar constateren dan tot hun verbijstering dat het veel minder is.

De oorzaken worden in het betreffende artikel allemaal genoemd, van het gegraai van de werkgevers in de pensioenpotten in de jaren ’90 van de vorige eeuw, via de internetzeepbel in 2001 tot de crisissen vanaf het jaar 2008, de verschraling van de eindloonregeling naar de middenloonregeling, het jarenlang achterblijven van de indexatie (er is een bezopen pensioenfonds voor de drankenindustrie waar de gepensioneerden al 19% van hun koopkracht hebben ingeleverd), de via het herstelplan noodzakelijke verhogingen van de pensioenpremies, het later ingaan van het pensioen en de AOW, het korten op de pensioenen en tot slot de nieuwe regeringsmaatregel om de pensioenopbouw in te perken.

Met name dit laatste aspect gaat ten koste van de jonge werknemers, een voorzichtige schatting is dat zij nog eens een kwart van hun pensioen daardoor kwijt raken. Het is dan ook dit aspect dat de Deelnemersraad van het ABP er toe heeft gebracht om een persbericht te doen uitgaan om hier tegen stelling te nemen. Dit persbericht had de unanieme steun van jongeren, ouderen en gepensioneerden in de Deelnemersraad. Na alle negatieve ontwikkelingen is dit regeringsvoornemen de genadeslag voor de pensioenrechten van de jongeren.

Tot onze verbazing, maar ook verontwaardiging, wordt er niets meer gedaan aan het duidelijk in kaart brengen van de miljarden euro’s die aan de pensioenfondsen zijn onttrokken. “Niet meer te achterhalen” stelt de Pensioenfederatie bijna jubelend vast. Over maatschappelijke betrokkenheid gesproken….

Wij dringen er nadrukkelijk op aan, hiermede geen genoegen te nemen, omdat de jaarstukken van elk pensioenfonds opvraagbaar zijn en dus zwart op wit valt te constateren, wat er met ons pensioengeld is gebeurd. In 2002 beloofde de toenmalige staatsecretaris van Sociale Zaken, de heer M. Rutte deze miljardenroof te willen uitzoeken. De huidige “steekproef “onder vijf pensioenfondsen, nota bene a n o n i e m, dus in het geniep…, is even dwaas als een open hart operatie via de blinde darm afhandelen. Ook het schijnargument van – alweer- de Pensioenfederatie dat het een en ander teveel geld kost en dat die gelden verhaald zullen worden op de pensioendeelnemers getuigt van een zodanige onwil en gemakzucht dat aan het bestaansrecht van een dergelijke federatie moet worden, getwijfeld, omdat deze organisatie op voorhand ondeugdelijk handelen door de pensioendeelnemers wil laten financieren. Over maatschappelijke betrokkenheid gesproken…….

Wij verzoeken met klem dit alles zó niet te laten passeren en het middel van de parlementaire enquête niet te schuwen bij de waarheidsvinding die dringend noodzakelijk is.

Geachte Kamerleden,
Voor uw inzet ter zake danken wij u bij voorbaat.

Simon van der Schoot,
voorzitter Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen,
Den Haag.

Wij hebben al enkele keren aandacht besteed aan het pensioen-gat dat vroeggepensioneerden treft. Omdat hun prepensioen op 65-jarige leeftijd ophoudt en zij dan door de verhoging van de AOW-leeftijd nog geen AOW ontvangen, ontvangen zij over die periode alleen het aanvullend pensioen. In de loop van de komende jaren kan dat nadeel van het niet ontvangen van AOW oplopen tot vele duizenden euro’s.

Maar ze worden ook nog dubbel gepakt. In de nieuwe belastingtabellen die wij van het ministerie van financiën hebben ontvangen is het begrip 65-jarige leeftijd vervangen door het begrip AOW-leeftijd. Dat betekent dat over de periode dat men alleen aanvullend pensioen ontvangt geen 19% belasting betaalt maar 37%.

Dit verklaart waarom het Nibud verwacht dat naast de gepensioneerden die het zwaarst van alle inkomens moeten inleveren, de vroeggepensioneerden nog erger de klos zijn en de komende 5 jaar 13% tot 15% aan koopkracht zien verdampen.

Groei Pensioenvermogens van 838 miljard naar 981 miljard

In één jaar tijd zijn de pensioenvermogens met maar liefst 143 miljard gestegen. Dat is met name te danken aan de zeer goede rendementen die de pensioenfondsen hebben gemaakt. Het water klotst in de pensioenfondsen tegen de plinten maar toch mag er niet geïndexeerd worden en moet er zelfs gekort worden, terwijl tegelijkertijd de premies voor de werkenden omhoog moeten. Dat komt omdat de verplichtingen van de pensioenfondsen tegen een onzinnig lage rente berekend moeten worden terwijl het rendement drie tot vier keer zo hoog is.

Jan Willem Dieten, pensioenfondsbestuurder schreef er een column over op de website Republic van jonge ambtenaren. In deze column gaat hij met name in op de premieverhoging en het streven van de werkgevers en vooral ook de overheid als werkgever, om de pensioenopbouw drastisch te verlagen. Dat betekent lagere premies en dat komt de werkgevers erg goed uit, maar gaat wel ten koste van met name jonge ambtenaren en andere werknemers die aanzienlijk lagere pensioenrechten opbouwen.

Binnen de stroom van e-mails die dagelijks op onze computer voorbij komen vielen twee berichten op.

Op de eerste plaats een bericht van het ABP dat door de regeringsmaatregelen de netto pensioenen in januari zo’n 5% tot 7% lager zullen uitpakken. Tel daarbij op het feit dat de inflatie over 2012 van ongeveer 3% niet gecompenseerd wordt en er in april nog een korting zit aan te komen van een ½% , dan verliest het ABP-pensioen in een jaar tijd zo’n 10% aan koopkracht. Dat komt boven op de 10% koopkrachtverlies die wij de afgelopen vier jaren al hebben moeten incasseren. Voor degenen die de pech hebben een pensioenfonds te hebben in de metaal of van één van de vele ondernemingspensioenfondsen die fors moeten korten, dan komt daar in plaats van een half procent korting zo’n 7% korting bij.

Een tweede bericht dat de aandacht trok en inmiddels ook door de media is opgepikt, is het bericht van het Nibud. De gepensioneerden en vooral ook de vroeg gepensioneerden zijn degenen die bij uitstek het gelag betalen. Heeft het bovenstaande alleen betrekking op de aanvullende pensioenen, in de berekeningen van het Nibud zijn ook de AOW-uitkeringen meengenomen als ook de prijsstijgingen en regeringsmaatregelen als het verhogen van het eigen risico, dus berekeningen over het totale inkomen. Via de site van het Nibud kunt u een berekening maken voor uw persoonlijke situatie. Schrijver van dit nieuwsbericht kwam uit op een koopkrachtverlies over zijn totale inkomen van 4,9%

Leo van Heesch geen bestuurslid meer
Onze vice-voorzitter Leo van Heesch heeft op 1 januari van dit jaar zijn bestuurslidmaatschap van de Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen beëindigd. Wel zal hij zijn bijdragen aan de website en aan ons blad Pensioenbelangen blijven leveren.

Sommigen zijn meer gelijk dan anderen
H. Potamus vraagt zich in zijn nieuwste weblog af waarom sommigen meer gelijk zijn dan anderen.

Joop van Vliet Joop van Vliet

Het ging al enige tijd niet goed met het Pensioenfonds van ECI. De voorzitter van het fonds Hans Hijlkema gaf al in september op een deelnemersvergadering blijk van zijn zorgen over het pensioenvermogen van het fonds en de onwil van werkgever ECI om het pensioenfonds te steunen. Integendeel, al per eind 2010 had de werkgever de uitvoeringsovereenkomst opgezegd en dat besluit werd medio 2012 definitief met terugwerkende kracht per 31/12/2011. Uit zijn presentatie voor de deelnemers o.m. de volgende feiten:

  • Werkgever was toen al niet bereid om meer dan 20,5% premie te betalen. 5 jaar daarvoor was de premie 32%
  • Werkgever brengt pensioenopbouw voor actieve deelnemers onder bij andere pensioenuitvoerder met terugwerkende kracht vanaf 1/1/2012
  • ECI Pensioenfonds heeft geen inkomsten meer en is een slapend fonds geworden, dat uiteindelijk moet worden geliquideerd. NB: Het ECI Pensioenfonds dient per 31/12/2012 de uitvoering overgedragen te hebben aan een verzekeraar of bedrijf(tak)pensioenfonds
  • De wet bepaalt dat bij een dekkingsgraad van onder de minimum vereiste (voor ons fonds onder de 104,1%) het fonds opgeheven moet worden
  • Daarbij komt dat de sponsor is wegvallen
  • Het bestuur heeft derhalve geen keus dan aan de eisen van DNB tegemoet te komen

Een en ander leidde in 2012 al tot een afstempeling met 17,5 procent en daar komt deze maand nog eens 2,78 procent bij. In totaal is er nu dus al 20,28 procent gekort. De nieuwe verzekeraar is Aegon, die wegens de slechte financiële positie van het fonds een forse korting eiste.

De 2500 gepensioneerden (en slapers) met gemiddeld 500 euro aanvullend pensioen per maand, leveren dus elke maand 100 euro in. Een zeer fors bedrag op het toch al bescheiden pensioen.

Het lijkt overigens een trend te worden dat werkgevers, die in tegenstelling tot de deelnemers, wel kunnen kiezen wie de pensioenuitvoerder wordt, kiezen voor een commerciële verzekeraar. Dat is geen gunstige ontwikkeling omdat bij deze verzekeraars de kosten veelal hoger zijn.

Cap Gemini en het demotiebeleid

Veel heisa ontstond nadat automatiseerder Cap Gemini oudere werkgevers had gevraagd loon in te leveren. Ze werden ouder dus hun salaris steeg maar hun productieve waarde voor het bedrijf nam niet toe, aldus de top van Cap Gemini. Woedende reacties van de vakbonden. In eerste instantie lijkt het ook wel logisch om hierover kwaad te worden. Ouderen gaan meer verdienen omdat ze meer ervaring krijgen, hopelijk minder fouten maken en vrijwel zeker minder vaak last hebben van een lichte of zware kater op de maandagochtend. Op basis van de verhouding productiviteit/kosten is dat dus wel degelijk gerechtvaardigd.
Maar of dat altijd opgaat? Als bouwvakker hoef je niet eens erg oud te zijn om last te krijgen van lichamelijke slijtage en bij wiskundigen schijnt de creativiteit al tussen het 25e en 30e levensjaar minder te worden.
Jaap van Duijn (Robeco en buitengewoon hoogleraar economie aan de UvA) heeft een uitgesproken mening over het verschijnsel demotie – het omgekeerde van promotie en stelt dat als je prestatiecurve daalt en je salaris stijgt er onvermijdelijk een moment komt dat je te duur wordt voor de werkgever die dan eigenlijk alleen maar je ontslag kan aanvragen. Een langdurige en kostbare procedure voor de werkgever maar aan het eind zit je als werknemer vaak toch nog zonder werk met weinig uitzicht op een nieuwe baan. En als je die toch vindt, zul je meestal ook genoegen moeten nemen met minder loon.
Maar … zegt Van Duijn in zijn column in De Telegraaf: “Niet alleen sommige ouderen krijgen meer betaald dan ze bijdragen. Het geldt in sommige branches net zo goed voor andere werknemers en het geldt in heel veel sectoren voor de topverdieners. De (semi)publieke sector betaalt aan de top salarissen die soms het dubbele of meer bedragen van vat de voorgangers van deze grootverdieners kregen.” en dat vele geld krijgen ze niet omdat ze tweemaal zoveel presteren maar omdat “De bestuurders die ondernemertje willen spelen, keken naar de top van het bedrijfsleven, waar nog meer verdiend wordt”. Van Duijn vindt overigens ook dat de beloningen in het bedrijfsleven vaak ook buiten proportioneel zijn en concludeert tenslotte: “Demotie is een heel goed idee, maar niet alleen voor oudere werknemers.

In plaats van het Duitse woord unverschämt had ik ook het Nederlandse woord schaamteloos kunnen gebruiken maar het Duits heeft meer de gevoelswaarde van brutale schaamteloosheid dan het Nederlands.

Daarom unverschämt voor de houding van Ruud Lubbers in het programma “Buitenhof” op zondag 23 december 2012. Hij zat weer Lubberiaans wollig te praten over herstel van vertrouwen en het scheppen van banen in de duurzame sector.

Meer weten? Lees het nieuwe weblog ‘unverschämt‘ van Leo van Heesch.

Jetta Jokt…

De immer sympathiek ogende Jetta Klijnsma, staatssecretaris van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt helaas mee te gaan in het ontkennen dat gepensioneerden extra zwaar de lasten van de bezuinigingen moeten dragen. Vrolijk als altijd beweerde zij dat alle leeftijdscategorieën moeten inleveren. Dat mag in grote trekken zo zijn, maar de gepensioneerden zijn de enigen die daar bovenop nog eens 5% tot 7% van hun netto pensioen inleveren. Dan zwijgen wij nog maar over de mensen met een vrijwillige of gedwongen pré-pensioen regeling die nu of in de toekomst in het inmiddels beruchte AOW-gat vallen. De daarvoor ontworpen overgangsregeling schijnt slechts voor de 15% minst betaalden uitkomst te bieden. Als wij daar nog eens bovenop rekening houden met het feit dat de koopkrachtvermindering van gepensioneerden al jarenlang aan de gang is en grote groepen in april rekening moeten houden met forse kortingen op hun pensioen, dan is het stellen dat alle leeftijdscategorieën moeten inleveren een generalisatie die dicht in de buurt van liegen komt.

Lodewijk Liegt…

Haar niet minder sympathiek ogende baas Lodewijk Asscher, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, tevens vicepremier, trok de lijn door. Kennelijk is in het kabinet of op het ministerie afgesproken om de problemen van de gepensioneerden vooral te ontkennen en als dat niet lukt te bagatelliseren. Hij stelde dat de netto-vermindering van de pensioenen het gevolg is van de uniformering van de belastingtarieven. Nu pakte dat nadelig uit maar het vorige jaar pakte het voordelig uit voor de gepensioneerden en toen had hij ze niet gehoord. Van tweeën één: ofwel Lodewijk Asscher kletst uit zijn nek of hij liegt dat hij zwart ziet. De uniformering belastingtarieven is ingegaan op 1.1.2013 en tevoren heeft dat geen effecten gehad. Door deze wijziging zijn de tarieven voor werkenden en gepensioneerden met 4% omhoog gegaan hetgeen er netto flink inhakt. Voor de werkenden is dat gecompenseerd omdat de premie ziektekostenverzekering die door de werkgever wordt betaald niet meer bij het belastbare inkomen hoeft te worden geteld. De gepensioneerden betalen die premie zelf en zij worden niet op gelijke wijze gecompenseerd.

Ouderen hebben er best begrip voor dat zij hun steentje moeten bijdragen nu het land in problemen is. Maar dat zij veel meer dan anderen moeten inleveren en dat dit ook nog eens wordt ontkend is onverteerbaar.